Ruim 40 jaar was ik werkzaam op het gebied van HR / personeelszaken, bij verschillende organisaties, zoals het ooit zo bekende Bouwcentrum aan het Weena in Rotterdam en het Informatiecentrum voor Scholenbouw.

Toen het werkzame leven begin 2010 eindigde, kon ik een aantal voornemens gaan realiseren, zoals het volgen van lezingen en cursussen bij de Volksuniversiteit aan de Heemraadsingel en lid worden van een koor in Nieuwerkerk aan den IJssel waar ik toen woonde. Doordat ik jarenlang 5 dagen per week naar het werk ging, kende ik weinig mensen in mijn woonplaats en door het koor kwam daar al spoedig verandering in; een gezellige groep, die (helaas in afgeslankte vorm, maar toch !) nog steeds bestaat.

Een ander plan was om vrijwilligerswerk te gaan doen en die kans diende zich aan toen in een plaatselijk krantje een oproep stond van het Afasiecentrum: er werden mensen gezocht met belangstelling voor taal, met geduld en een behulpzame instelling. Ik nam contact op en werd uitgenodigd voor een gesprek bij de Unie van Vrijwilligers (U.V.V., waaronder toen de vrijwilligers van het Afasiecentrum nog vielen). Daarbij viel mij zelfs de eer van een bos bloemen te beurt omdat ik de ….duizendste vrijwilliger van de U.V.V. bleek te zijn !!

Op het Afasiecentrum volgde kort daarna de kennismaking met Jonet Oosterom, de toenmalige coördinator vrijwilligers, die een duidelijke toelichting gaf op het werk, de gestelde doelen en het feit dat afasie zich op zoveel verschillende manieren kan uiten, zowel psychisch als fysiek. Dat je je als vrijwilliger daarin goed moet verdiepen, werd al snel duidelijk, vooral toen ik samen met al geroutineerde vrijwilligers aan het werk ging in diverse groepen. De start was op de Reigerlaan, waar het vanwege het grote en zeer gevarieerde aantal cliënten voor een beginneling behoorlijk lastig was om enigszins gewend te raken.

De destijds bestaande heel kleinschalige locatie IJsduiker paste op dat moment beter en al gauw had ik het prima naar mijn zin.

Heel leerzaam was het om regelmatig van (grotere of kleinere) groep te wisselen, weer andere soorten oefeningen te begeleiden en te proberen daar ook zelf vindingrijk in te zijn. De Reigerlaan, verhuizing naar de Linie, toen onderbreking in de corona-periode, de Beemsterhoek en dan nu de Baronie: heel wisselende ervaringen voor wat betreft de cliënten, de doelstellingen die zij nastreven, de contacten met de medewerkers van de Zellingen, maar met als belangrijke constante factor dat al die mensen je het gevoel geven dat je welkom bent.

Mijn grote bewondering gaat nog steeds uit naar de cliënten, voor wie hun wereld (én die van hun naasten !!)  in één moment op z’n kop is komen te staan en die moeten leren omgaan met veranderingen / beperkingen die zeer ingrijpend zijn. Echt: petje diep af voor de manier waarop zij daar toch in slagen, uiteraard voor de een in wat kortere tijd dan voor een ander, maar uiteindelijk zelfs in opgewekte stemming en met groot saamhorigheidsgevoel met groepsgenoten en behoud van van interesses. Soms zijn er geheel nieuwe terreinen van belangstelling opgezocht, soms bleek het ook mogelijk om oude hobby’s opnieuw leven in te blazen. Maar knap is het zeker !

Graag noem ik nog een aantal m.i. belangrijke, aansprekende zaken die zo in mijn goede ervaringen / herinnering naar boven komen.

  • Het boekje “Alles anders” waarin de Stichting Vrienden van het Afasiecentrum de impact van afasie duidelijk maakt aan de hand van een – ook voor kinderen begrijpelijk – stripverhaal. De daarin voorkomende gebeurtenissen zijn ontleend aan échte, eigen ervaringen van cliënten. Echt heel bijzonder.
  • De langdurige, geweldige traditie van het kerst-lunchbuffet bij Van der Valk in Nieuwerkerk, waarmee ook aan partners of andere familieleden van cliënten (de zwaar belaste mantelzorgers !) een echt uitje werd geboden, omdat de begeleiding van de cliënten (bijv. bij het kiezen van gerechten) werd gedaan door medewerkers en vrijwilligers van het Afasiecentrum, voor wie het dan tevens een heel aangename gelegenheid was om iemands naasten te leren kennen. Helaas kon deze traditie niet blijven bestaan, maar er zijn andere, ook leuke activiteiten voor in de plaats gekomen.
  • Een geweldige dag-uit vond plaats bij het ….-jarig jubileum van het Afasiecentrum: met ieder die mee wilde en kon naar Diergaarde Blijdorp, met speciale ontvangst, heerlijke maaltijd en een puzzeltocht door de dierentuin. En als extra kadootje het prachtige weer !
  • Bij een andere belangrijke mijlpaal ( ook jubileum ?) kwam een musical tot stand die met behulp van professionele begeleiding is ingestudeerd en in het Isala Theater in Capelle werd uitgevoerd met op het toneel een groot aantal cliënten die met veel oefening én plezier tot een uitvoering kwamen waar zij trots op konden zijn.
  • Ook de traditie van een dagje naar Kijkduin heeft lang bestaan. Start bij het hotel op de boulevard met koffie + taart en daarna winkelen, wandelen, zelfs pootje baden met behulp van speciale strand-rolstoelen. En op het toen nog bestaande centrale plein bij de vuurtoren een door de medewerkers verzorgde en meegenomen lunch, echt een picknick, zo leuk !
  • Niet te vergeten ook de mogelijkheid om door de aangeboden workshops voor vrijwilligers meer te weten te komen over wat het betekent om afasie te hebben en om – zo mogelijk – door gerichte oefening toch vooruitgang te boeken. Maar daarnaast ook workshops op het gebied van ontspanning en hobby, voor elk wat wils.
  • En dan de enorme attentie en waardering richting vrijwilligers: een kadootje met sinterklaas (inclusief heel leuk gedicht), een kerstgeschenk, de jaarlijkse BBQ. Kortom: vrijwilliger zijn bij het Afasiecentrum is “niet zo maar iets”, je gaat je deel voelen van een grote, hartelijke familie !

Dat ik nog een flinke poos bij die familie mag horen, is iets wat ik van harte hoop.

Hetty van der Hargh